Namens het bestuur van Stichting In de Toren
en met dank aan allen die meewerkten aan het programma
Programma van de Eindejaar herdenking 2022
op zaterdag 31 december 2022, van 15 tot 16 uur
Bij binnenkomst was er muziek van Helga Buitelaar
Klokken werden geluid 5 minuten voor aanvang
Nadat iedereen welkom was geheten door Hans Sepers, bestuurslid Stichting ‘In de toren’,
een muzikale inleiding door het Vocaal ensemble onder leiding van Helga Buitelaar
en een gedicht van Verdriet en gemis, uitgesproken door Martin Rensen (stadsdichter)
- Het is -
Het is een steek
Een gemis
Het is een gedachte
Aan iets dat
Er niet meer is
Het is het gat
Het is de kilte
Het is het donker
Het is de stilte
Het is de hoop
Dat het een droom is
Het is de herinnering
Aan iets dat
Niet langer meer gewoon is
Het is de lege plek in bed
Het is de pijn
Het is jij
Die er nooit meer zal zijn
Het is de rouw
Het doorgaan
Het is het ongenadig
Hard vallen
Het is het weer opstaan
Het is onbeschrijfelijk
Het is eigenlijk veel te groot
Het is wat het is
Het leven
Met de dood
Na stiltemoment sprak Jan Eijgenraam woorden van afscheid
Vorige week las ik het gedicht IJsvogel van de dichter Bernlef.
Dat gedicht eindigt met het beeld van een lege trillende tak boven een stromende rivier, het trillen van die tak is dat wat rest van de aanwezigheid van die prachtige vogel, minder dan een seconde ervoor was hij weg-geflitst.
Eigenlijk is hij er nog, ik weet, ik voel dat dat zo is, maar ik zie hem niet meer.
Zo is het ook met mensen die we zijn kwijtgeraakt, mensen die we vanmiddag gedenken
Vandaag vieren we Oud Jaar
We kijken om, twaalf maanden en soms ook nog langer
We vieren blije, gelukkige gebeurtenissen, een trouwpartij, geboorte van een kind, een fijne vakantie.
Maar er waren ook verdrietige gebeurtenissen, soms klein verdriet, een kind wat zich bezeert, een afspraak die niet door kan gaan, een verregende vakantie. Maar het kan ook een gebeurtenis zijn die diep ingrijpt in ons leven.
We hebben afscheid moeten nemen van iemand; een kind, een ouder, een partner, mensen waar we van houden. We waren met hem of haar verbonden, samen weefden we het web van ons leven.
En dan, soms na een lang ziek zijn, soms onverwachts ineens, breekt onze draad, stilte, alleen de tak trilt nog na boven de rivier.
Ik kan je niet missen. Verbonden waren we in zo vele gebeurtenissen, zo veel gedeeld in blijdschap en ook in verdriet.
Ik kijk terug, voel pijn, verlies, soms ongeloof
wat is mij overkomen?
Jij, waar ik zo veel omgeef,
ik kan je niet meer spreken,
ik kan je niet meer horen,
ik kan je niet meer voelen,
ik kan je niet meer in mijn armen nemen,
onbereikbaar voor altijd.
Het is stil geworden, en die stilte doet pijn
en toch
ergens diep bij mij van binnen
diep in die stilte
stilte waar ook mijn gedachten verstommen
daar weet ik jou
jij, dierbare jij
Ik noem je naam
ik voel mijn liefde stromen
dat wat was is niet voorbij
……………….
Moment van stilte
ieder was met zijn of haar herinneringen
Vervolgens werd iedereen uitgenodigd een naam te noemen:
Men kwam naar voren van links, gaf de kaart met de naam af aan Mieke Meulendijks,
ontving een kaars van Aad Schravendeel
en sprak de naam uit van degene voor wie men een kaars ontstak,
dit met de woorden:
‘Ik steek een kaars aan voor ….’
Tenslotte ontstak burgemeester van Gorinchem, mw. Melissant - Briene
een kaars voor alle overledenen van Gorinchem wiens naam niet genoemd was
Na stilte volgde er een gedicht
Gedicht van afscheid en bemoediging door stadsdichter Martin Rensen
- Twee Harten -
Mocht ik ooit deze plek verlaten
Mijn liefste
Mocht ik ooit
Aan de andere kant geraken
Beloof mij dan plechtig
Mijn liefste
Dat jij er hier
Het beste van zult maken
Want het zou toch zonde zijn
En de vreugde van het
Leven bederven
Dat wanneer er één hart stopt
Er twee mensen sterven
Muziek
Moment van stilte
Burgemeester van Gorinchem, mw. Melissant - Briene
borg tenslotte alle namen in een van de kokers op
Afsluiting was rond 16.00 uur
Tekst meegegeven kaart:
Denk mijn naam, nu ik dood ben,
denk mijn naam maar roep mij niet,
Ik ben vergeten hoe ik heet.
En denk aan mij hoe dwars ik was,
hoe tuk op taal en hoe onzeker
En dat ik van je hield met huid en ziel.
Maar roep mij niet, lief, roep mij niet,
Ik ben vergeten hoe ik heet.
Naar Guillaume van der Graft